Deel 3 - De bekroning

In augustus had ik oorspronkelijk geen echte sportieve doelen, het volgende doel lag pas in september: "La Ronde Picarde". In 2005 stond die al op mijn verlanglijstje maar door een valpartij twee weken voordien, met een gebarsten elleboog als gevolg, zag ik die aan mijn neus voorbijgaan. Dit jaar zou en moest ik daar van de partij zijn. Maar eerst moest augustus dus nog overbrugd worden, en dat hield in dat ik toch nog een pak kilometers zou moeten afmalen.
Daarom reed ik samen met Wim, Jan en Marc op 12 augustus de E3 Prijs vanuit Gentbrugge, 174km en op het allerlaatste moment besloot ik op 26 augustus ook de Claudy Criquielion mee te rijden. Een cyclosportieve vanuit La Roche-en-Ardennne, 172km, 24 hellingen en 3300 hoogtemeters. De slechte weersvoorspellingen bleken er weer eens naast te zitten, gelukkig maar, en het werd een schitterende rit tegen mijn eigen verwachtingen in. Het was geen doel op zich want ik zag het vooral als de ideale voorbereiding op Picardië twee weken later, maar zoals gewoonlijk kon ik het niet laten toch het onderste uit de kan te halen, het was opnieuw koers. De kopgroep heb ik echter nooit gezien aangezien ik te ver naar achter gestart was, in de klim vlak na de start wel serieus opgeschoven maar helemaal naar voor opschuiven was onmogelijk. Uiteindelijk eindigde ik rond de honderdste plaats in 5u24min, zeer verdienstelijk gezien mijn slechte startplaats en geen parcourskennis what-so-ever wat in deze rit van ontegensprekelijk belang is. Een pluim ook voor de organisatie, in Frankrijk kunnen ze daar nog wel wat van leren.
Na de rit nog twee sublieme braadworsten naar binnen gespeeld alvorens rechtstreeks door te rijden naar Herentals waar een BBQ bij Bruno en Anja op het menu stond met de bijna voltallige EBB-bende.

9 september 2006: La Ronde Picarde (188km, 1500 hoogtemeters)
Eindelijk is het zover, de rit waar ik al zo lang naar uitkijk met een parcours dat me meer op het lijf moet geschreven zijn dan alle andere cyclosportieven waar ik reeds aan deelgenomen heb.
Zaterdagochtend 9 september 2006, 2u10. Ik heb nog maar een drietal uur geslapen maar word wakker door een vervelende droom: platte band. Het besef dat ik nog bijna 4 uur mag slapen is geruststellend, maar dan moet ik wel eerst weer de slaap zien te vatten. En dat vormt juist het probleem, ik begin na te denken over wat binnen een paar uur misschien wel het hoogtepunt kan worden van een cyclosportief jaar. Mijn gedachten dwalen ook af naar Wim, Marc, Luc en Jan, 4 vrienden uit Kaprijke die rond 3u00 moeten opstaan om dan rond 4u00 met de wagen te vertrekken richting Abbéville, zij liever dan ik. Het is rond 3u00 als ik terug in dromenland beland.
5u45. De wekker maakt een einde aan een onrustige nacht. Samen met Arne, Olivier en Elke schuif ik mijn benen onder de ontbijttafel van de chambre d'hôtes in Noyelles-sur-Mer. Zoveel mogelijk boterhammen naar binnen werken is de eerste opdracht. Rond 7u00 vertrekken we met de auto naar Abbéville, het belooft een prachtige dag te worden met de zon in de hoofdrol. Een streepje muziek van Rammstein zorgt ervoor dat de adrenaline al wat toeneemt.
Abbéville, 7u45. Samen met Thomas, die ik pas 3 dagen eerder had leren kennen langs de Schelde, sta ik te wachten op het startsein. Dat wordt naar goede Franse gewoonte nog even uitgesteld, de commentator is immers in volle extase door de deelname van een prof: Jimmy Casper (Cofidis), winnaar van de eerste etappe in de Tour de France 2006. We staan ongeveer in 50ste positie, ideaal dus. De avond voordien bij de inschrijving had ik nog een bevoorrecht nummer weten te bemachtigen (nr. 199).
Wim, Marc, Luc en Jan staan een heel eind achter mij, nog verder naar achter staan Arne, Olivier en Elke aan te schuiven.
Aangezien het de eerste keer is dat ik hier deelneem weet ik niet wat me te wachten staat. Ik heb echter meermaals vernomen dat het in deze rit van groot belang is in een goede groep te belanden. Alleen vallen moet ik dus absoluut zien te vermijden.
8u15. Het startschot wordt gegeven, de eerste 10km gaat de teller niet onder 50km/u. Vanaf km 10 in Erondelle volgen de hellingen elkaar snel op en elke helling wordt à bloc genomen. Ondanks de bloedsmaak in mijn mond kan ik mij toch zonder problemen in de voorste gelederen handhaven, ik kom telkens in circa 20ste positie boven.
Na 30km is er een afscheiding. Met een groepje van ongeveer 30 man, waaronder Casper, zijn we in een heuvelzone blijkbaar weggereden van de rest. Thomas is er tot mijn spijt niet bij. Gelukkig valt het in mijn groep even later wat stil waardoor Thomas terug aansluiting vindt met een groep van ongeveer 60 man. Wie niet bij dat peloton van ongeveer 90 renners zit kan de overwinning op zijn buik schrijven. Vanaf km 40 tot km 96 (bevoorrading) is het zalig cruisen in het peloton, gemiddeld dik boven 40km/u zonder moeite te hoeven doen. Voor ons rijden 3 wagens met zwaailichten, waaronder die van de "koersdirecteur" en achter ons een mini reclamekaravaan, rondom ons vliegen constant motoren die de zijwegen afzetten. Je waant je echt in koers, kilometers vliegen voorbij terwijl er constant wordt gewrongen voor een betere positie, bij momenten nerveus rijden dus, maar het is een echte kippenvel ervaring.
Le Hourdel, 10u30. Na ongeveer twee uur en een kwart hebben we 96km afgelegd en komen we aan de bevoorrading. Terwijl het bijna volledige peloton voorbij de bevoorrading raast moeten Thomas en ik wel stoppen om water te nemen. Ik grabbel snel een flesje water mee en zet direct de achtervolging in. Vanaf dit punt blaast de wind echter op kop wat de achtervolging er niet bepaald gemakkelijker op maakt. Voor mij zie ik dat het peloton in twee stukken is gebroken. Samen met een Fransman haal ik eerst de tweede groep bij waar we direct overgaan om naar de eerste groep toe te rijden. Even later sluit de tweede groep echter ook weer aan.
Ik zit weer in de kopgroep maar Thomas is er niet meer bij geraakt. Later aan de aankomst weet hij me te vertellen dat hij net iets na mij aan de bevoorrading vertrokken was en kilometers lang op 500m heeft gehangen.
Vanaf km 120 is de rust uit het peloton, achter mij hebben een aantal renners de onzalige ingeving het asfalt van wat dichterbij te bekijken, ik besef dat het vooraan toch veiliger rijden is. 5 renners zijn ontsnapt maar lijken niet echt een gevaar te vormen, we blijven ze immers in het vizier houden. Ik besef intussen dat we één man in de gaten moeten houden: Jimmy Casper. Als die ontsnapt is het gebeurd. Nog geen 5 minuten later drijft diezelfde Casper het tempo op, ik zet me circa 10de positie in het wiel. Gedurende een aantal kilometer zakt de snelheid niet onder de 50, ook al blaast de wind nog steeds tegen, alles op een lint. Ik steek mijn neus even aan het venster om te kijken of die Casper nog altijd op kop zit te sleuren maar vind hem niet. Tot mijn verbazing zie ik echter dat hij alleen naar dat groepje van 5 man is gereden.
Crécy en Ponthieu, km 130: Alea iacta est! De vogel is gaan vliegen, samen met 5 anderen.
Door de harde zijwind wordt er serieus in waaiers gereden, het is balanceren op de rand van het asfalt en de graskant. De achterdeur staat wagenwijd open. Van het peloton van 90 man, schieten er intussen misschien nog 40 over.
Op km 150 ontsnappen nog twee renners, een zelfmoordpoging, althans dat dacht ik, het was immers nog bijna 40km waarvan de helft harde tegenwind.
Op twintig kilometer van de finish schieten we nog met ongeveer 15 renners over die strijden voor de laatste top tien plaatsen. Ik heb me lang bij de beteren gevoeld maar dat begint te keren. Veel werk opgeknapt tegen de wind, demarrages in de kiem gesmoord omdat ik de voorkeur gaf aan een groep van 15 die samenbleef i.p.v. uit elkaar te vallen.
Met nog minder dan 10km te gaan moeten we nog over een laatste bult, maar ik voel dat ik mijn beste kruit verschoten heb en krijg krampen, ik slaag er echter in bij de groep te blijven, weliswaar in laatste positie. In de beklimming van die laatste helling kan ik toch nog opschuiven tot in het midden van de groep, maar in de technische afdaling doet het gebrek aan parcourskennis mij de das om: 4 man rijdt weg en ik heb niet genoeg jus meer over om daar nog naar toe te springen. De krampen zijn gelukkig verdwenen. In de laatste 5km sluit Casper nog bij ons aan nadat die zich uit de kopgroep had laten zakken, mooi dat hij het aan ons laat. In de laatste twee km rijdt twee man van ons weg die ik echter dankzij een duwtje in de rug van Casper nog gemakkelijk remonteer en de sprint voor de dertiende plaats win.
Ik eindigde dus als 13de in het algemeen klassement, 4de in mijn leeftijdscategorie.
De 187,8 km reed ik in 4u 58min 45sec, gemiddeld 37,55 km/u.
Twintig minuten na mij bolt Thomas over de streep. Ook nog sterk gereden aangezien hij de laatste 90km zonder groep moest afleggen, en gezien die tweede helft de lastigste was met de wind die in het nadeel blies.
Nog eens een half uur later finishen Luc en Jan in 5u51min, en vier minuten later komen Wim en Marc ook binnen. Allen goed voor goud.
Elke was intussen ook al over de meet gekomen, zij deed de 136km in 5u23min: goed voor zilver en ijzersterk gezien zo goed als geen voorbereiding. Olivier die een week eerder nog in het gips zat kwam iets na haar binnen en Arne die ook de 187km deed finishte in 6u21min: zilver.
La Ronde Picarde 2006 was een waar succes en een absolute aanrader voor de komende jaren.

In "Le Grand Trophée", het eindklassement van 2006, schoof ik met la Ronde Picarde nog 5 plaatsen op en eindigde ik als 5de in mijn leeftijdscategorie, de eerste niet-Fransman (voor hen is immers dikwijls veel haalbaarder om aan meer ritten deel te nemen en bijgevolg dus meer punten te sprokkelen).
Na Picardië had ik geen specifieke doelen meer, tot eind oktober probeerde ik mijn conditie nog enigszins op pijl te houden maar in november en december bleef het bij 1 mountainbike-rit per week, meestal met Wouter en zijn kompanen en andere fietsvrienden.

Op cyclosportief vlak was 2006 een schitterend jaar. Ik hoop die stijgende lijn de komende jaren te kunnen consolideren.

Reacties

Koen zei…
joengene joengene,

wat een lange post,

en wie leest dat nu?

Ik, uiteraard, maar dat brengt toch geen voldoening? Of wel? (hunker hunker)

Populaire posts