Mijn Cyclosportief Jaaroverzicht - Deel 2

2 juli 2006: La Vaujany (173km, 4500 hoogtemeters)
Oorspronkelijk stond deze rit niet op mijn agenda, maar aangezien de conditie goed was en er dit jaar geen Marmotte zou inzitten wou ik toch nog een cyclosportieve meepikken. Deze rit wordt vooral gereden als ultieme voorbereiding op de Marmotte.
Amper 4 dagen voor de rit zelf besliste ik te gaan, volgens de weerberichten zou het dat weekend immers prachtig weer worden in de Franse Alpen. Het zou echter wel een blitsbezoek moeten worden want ik had geen vakantiedagen meer op overschot.
Het enige obstakel was dat we nog een verblijfplaats zouden moeten vinden. Elke wist echter met veel geluk nog een chambre d'hôtes te vinden waar net een kamer geannuleerd was. Een fantastische ontdekking zou een paar dagen later blijken want na een veel te kort verblijf bij Anne en Pascal beslisten we nog geen maand later in onze zomervakantie terug te keren naar diezelfde chambre d'hôtes waar leven als God in Frankrijk het credo is.
Op vrijdagnamiddag om 14u30 vertrokken we vanuit Gent om na een kort hotelverblijf in Lyon op zaterdagochtend rond 10u00 in Vaujany toe te komen. 's Namiddags zijn we nog even samen gaan fietsen, voor mij vooral om in laatste instantie toch nog wat klimritme op te doen.
De volgende ochtend schuif ik aan in de tweede box. Niet helemaal vooraan dus maar maar met een deelnemersaantal dat een stuk lager ligt dan bij de Marmotte zou ik op weg naar de eerste klim er toch nog moeten in slagen naar de voorste gelederen op te schuiven. Aangezien de eerste 30km vlak of vals plat naar beneden zijn, zat ik al snel vooraan. Met een gemiddelde van meer dan 50km/u na een klein uur koers draai ik in circa 30ste positie de klim naar "Alpe du Grand Serre la Morte" op.
Na amper een kilometer klimmen voel ik al aan dat het tempo te hoog ligt voor mij, ik kan mij niet permitteren hier al in het rood te beginnen rijden en laat me dus wat afzakken. Ik heb het gevoel niet meer vooruit te geraken want ze blijven mij met groepjes voorbijsteken, mentaal krijg ik het nu al zwaar te verduren en het is nog heel erg ver. Later zou ik beseffen dat ik waarschijnlijk toch niet echt zo slecht reed, maar door helemaal vooraan in het peloton aan de klim te beginnen zaten alle goede klimmers op dat moment nog achter mij.
Ik ben dit jaar nog meer tot het besef gekomen dat ik eigenlijk een typische Vlaamse renner ben, een beetje à la Tom Boonen (goed in de spurt en explosief op de korte hellingen) maar helaas op een veel lager niveau ;-). Hoe graag ik ook met mijn fiets door het hooggebergte rijd, een echte berggeit zal ik nooit worden.
Intussen nader ik de top van de "Alpe du Grand Serre la Morte" en heb ik geen flauw benul meer in welke positie ik ongeveer rijd. De afdaling naar de voet van de "Col d'Ornon" is vrij kort met middenin nog een kleine kuitenbijter, ik heb me intussen in een groep van ongeveer 50 man kunnen nestelen. De klim van de "Col d'Ornon" verloopt in tegenstelling tot de vorige vrij vlot, de groep waarin ik mij bevond verbrokkelt helemaal en ik kom als één van de eersten boven, in de afdaling schuif ik nog een paar plaatsen op en probeer ondertussen ook nog een suikerwafel naar binnen te werken, niet evident en bovendien werkt mijn maag ook niet mee.
Na de afdaling van de "Col d'Ornon" volgen een paar vlakke kilometers om dan te beginnen aan de langste klim van de dag: via Villard Reculas naar Alpe d'huez en van daaruit nog verder tot boven op de "Col de Sarenne" (2000m). Na nauwelijks 1km klimmen ligt de splitsing: links kort bergaf om dan de allerlaatste klim naar Vaujany aan te vatten voor de deelnemers van de kortere afstand (106km) en rechts verder bergop richting Villard Reculas voor de deelnemers van de lange afstand, de groep waartoe ik behoor. De meerderheid lijkt echter gekozen te hebben voor de 106km terwijl ik met slechts een handvol anderen doorbijt. Mentaal weegt dit enorm zwaar door, gelukkig staat Elke me in de volgende bocht op te wachten met een fles water en roept ze me nog wat moed toe.
Er lijkt geen einde te komen aan de klim verder richting Alpe d'Huez. Het laatste deel van de klim van Alpe d'Huez naar "Col de Sarenne" verloopt over een zeer geaccidenteerd parcours, ik passeer verschillende fietsers die lek zijn gereden, een probleem waar ik van gespaard blijf. Boven op de top probeer ik even te genieten van het schitterende uitzicht want in de technische afdaling is dat onmogelijk. De stijle afdaling, putten, stenen en scherpe bochten vergen alle concentratie. Na een lange afdaling en een pak kilometers in korte tijd afgelegd te hebben verschijnen we met een groepje van 5 aan de voet van de slotklim naar Vaujany. Net zoals in "Les 3 Ballons" 6km en ook qua stijgingspercentages vergelijkbaar, steil dus. Niettegenstaande de temperaturen de pan uitswingen op de steile klim kan ik toch nog een behoorlijk tempo onderhouden. Na 7 uur en 12 minuten en 180km op mijn teller overschrijd ik de finish als 99ste in het algemeen klassement en 17de in mijn leeftijdscategorie. Ondanks een belabberd gevoel de hele dag door haal ik toch nog een mooie tijd en rangschikking.
Tijd om uit te rusten en nog wat na te genieten was er nauwelijks want de volgende opdracht stond al te wachten. Na vlug iets gegeten te hebben volgde een douche à la improvisoire met twee flessen water tussen de deuren van de auto, de fiets terug in de koffer en terug naar huis. Een uur na aankomst zat ik al terug achter het stuur, maar deze keer achter dat van de auto, voor een rit van iets meer dan 8 uur, het laatste uur daarvan reed Elke, mijn ogen waren compleet uitgedroogd. Iets voor middernacht kwamen we thuis in Sint-Denijs aan waar we eindelijk ons bed terugvonden, het zaligste moment van de dag. De volgende dag moesten we beiden weer werken.
Een heel geslaagd, maar minstens even vermoeiend weekend!

Zoals gezegd keerden we drie weken later terug naar Vaujany, maar deze keer om echt te genieten van de Alpen en meer bepaald van een verblijf in "Chalet la Maitreya" bij Ann en Pascal.
Vooraleer de riem daar af te leggen zouden we echter eerst nog een korte tussenstop maken in de Beaujolais. Het vierde weekend van juli zou daar immers een cyclosportieve doorgaan, mijn derde in 2006 en aangezien drie deelnames het vereiste minimum is om opgenomen te worden in "Le Grand Trophée" (regelmatigheidscriterium) wou ik deze rit absoluut meerijden.

23 juli 2006: L'Etape Beaujolaise (172km, 3520 hoogtemeters)
Het was putje zomer dus het zou al heel hard moeten tegenzitten als we hier regen zouden krijgen, dat dachten we tenminste toen we thuis in Gent vertrokken, daar liet de temperatuur immers ook historisch hoge waarden noteren. Vrijdag 21 juli kwamen we toe in Fleuri waar we op een camping temidden van de wijngaarden onze tent zouden opzetten, het was prachtig weer en de volgende dag zouden we een deel van het parcours al eens op de fiets verkennen.
Op zaterdagmorgen werden we echter wakker door het getik van de regen op de tent. De verkenning hebben we dan maar met de auto gedaan om tot de vaststelling te komen dat de omgeving zeker niet onderschat zou mogen worden. De hoogteverschillen mogen in de Beaujolais dan misschien wel niet zo groot zijn, maximumhoogte ongeveer 800m, het is er geen meter plat, kortere klims dan in het hooggebergte maar ze volgen elkaar zeer snel en in grote getale op.
Zondagochtend om half zes loopt de wekker af, geen getik op de tent dus (nog) geen regen. Die regen zal er ook niet meer komen, terwijl ik een oud stokbrood met choco naar binnen steek, zie ik de zon in een rode gloed opkomen over de wijngaarden.
Twee uur later sta ik klaar aan de start in Belleville, net zoals in "La Vaujany" start ik vanuit de tweede box maar door een vrij vlakke aanloop kan ik mij zonder problemen in de kop van het peloton maneuvreren. Te hoog gegrepen zou even later blijken want op de eerste helling moet ik er na een paar kilometer al af, het tempo ligt verschroeiend hoog. In de loop van die eerste klim vind ik mijn eigen tempo terug en verzeil ik in een achtervolgende groep van ongeveer dertig man.
Na 50km verandert het decors, van de "Beaujolais Rouge" rijden we immers naar de "Beaujolais Vert", de wijngaarden maken hier plaats voor dennen. Ondertussen heeft Elke, die mij volgt met de wagen, mij voorzien van een verse bidon water en een vers stuk stokbrood met kaas, stukken beter dan die zoete energy-bars. Op die manier hoef ik niet te stoppen aan de eerste bevoorrading en verlies ik de groep niet.
We hebben 100km gereden als we aan de tweede bevoorrading toekomen, daar staat Elke me nog een laatste keer op te wachten met verse bidons maar ik sla toch ook nog even wat in bij de officiële bevoorrading. De groep, of wat daar nog van overbleef, is nu helemaal uit elkaar gevallen. Met 5 vatten we de laatste 70km aan, na een uur rijden we opnieuw tussen de wijngaarden, intussen zijn er al twee man overboord en passeren we de waterbevoorrading in Fleuri. Ik besluit daar toch even bij te tanken en daar denkt de tweede man (John Doe) hetzelfde over, de derde man gaat er als een speer vandoor. Een wanhoopspoging blijkt even later want samen met John Doe raap ik hem 5km verder op, hij probeert nog even aan te pikken maar parkeert uiteindelijk finaal.
We schieten intussen dus maar met 2 meer over en moeten nog 3 passen overwinnen: Col de Crie (633m), Col de la Sibérie (638m) en Col du Fût d'Avenas (762m). In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden is het op de "Col de la Sibérie" verre van koud, de temperatuur zit inmiddels al ruim boven 30°C. Op de laatste beklimming moet John Doe lossen, hij gaf ervoor nochthans de sterkste indruk en nam ook het merendeel van het kopwerk voor zijn rekening, deze klim is echter wat steiler dan de vorige en dat speelt hem blijkbaar parten. Terwijl hij lost, wenst hij me nog succes. In de loop van de klim zie ik echter dat hij niet veel terrein moet prijsgeven en dat hij zelfs wat terugkomt. Hij wist me na de rit te vertellen van de streek te zijn waardoor hij die laatste klim perfect indeelde. Aangezien ik weet dat er na de afdaling nog 15 kilometers tegen de wind volgen laat ik mij boven terug inlopen.
De laatste 20km werken we opnieuw perfect samen en rapen we nog de ene na de andere geloste op die zich dankbaar in ons wiel nestelen. In de laatste kilometers begint de nervositeit toe te nemen, ik merk dat John Doe zich sneller laat aflossen. De anderen die zich in het wiel gezet hadden steken hun neus aan het venster. In de laatste rechte lijn weet ik me echter op het juiste moment in het zog van een wagen van de organisatie te zetten en raas ik alleen "à la Mattan" richting finish. Niet helemaal zuiver op de graat, maar daar kraait in een cyclosportieve geen haan naar.
Door die laatste jump won ik nog een paar plaatsen en werd ik uiteindelijk 47ste in het algemeen klassement op ongeveer 700 deelnemers en 9de in mijn leeftijdscategorie. Meer dan behoorlijk maar zou ooit toch nog beter moeten kunnen.

De dag daarop reden we door naar Vaujany voor een weekje relaxen in onze geliefkoosde chambre d'hôtes. Ondanks een korte buikgriep die zowel Elke als mezelf kort maar hevig trof werd het een fantastische week waar we 4 nieuwe vrienden aan overhielden. Jeroen en Liesbeth en Arne en Katleen. Met die laatste twee spraken we daar al af om in 2007 deel te nemen aan de Viking Tour.
Tijdens ons verblijf reden we met 5, Liesbeth niet want zij was bijna 6 maanden zwanger, de legendarische klim naar Alpe d'Huez op. Voor mij geen onbekende meer na twee Marmotte's maar toch nog steeds een uitdaging, ik wou in minder dan een uur boven geraken. Met 15 seconden overshot lukte me dat net. Voor Arne, Jeroen, Katleen en Elke was het de eerste keer, voor hen was Alpe d'Huez bereiken in een mooie tijd het belangrijkste.
Terwijl ik terug afdaalde naar Elke om samen het laatste deel van de klim af te werken zag ik hoe Arne een paar minuten voorlag op Jeroen. Arne kwam als tweede boven na 1 uur en 20 minuten en Jeroen nog een paar minuten later. Toen ik in Huez bij Elke kwam zag ik Katleen een bocht lager rijden. Na 1 uur en 45 minuten kwam ik met Elke samen boven aan de aankomst van de "Tour de France". In reële tijd zou Katleen waarschijnlijk een paar minuten later moeten zijn aangekomen maar aangezien ze de aankomst niet vond kwam ze in werkelijkheid pas een kwartier later al foeterend over de finish gereden.
Na een week Vaujany zijn we dan doorgereden naar Livigno, het fiscaal paradijs in de Italiaanse Alpen, waar ik de Stelvio wou bedwingen. Het weer zat daar echter niet mee, bijgevolg hebben we ons dan maar op het shoppen gesmeten. De Stelvio het ik uiteindelijk toch nog in de regen beklommen, maar ik zal toch nog eens moeten weerkeren om de twee andere kanten te doen, en dan liefst bij goed weer.

Reacties

Populaire posts