Duimelotje

Loïc kwam gisteren thuis met een splinter in zijn duim. Dé duim! Een naaldje om hem eruit te wippen? ¡Ni hablar! Vandaag kon ik hem dan toch overtuigen. De traantjes vloeiden rijkelijk, zeker toen er een druppeltje "bloed, mama, er is bloed!" aan te pas kwam. Maar kom, op het einde van de rit heb ik de splinter van gisteren (al licht aan het ontsteken) en die van vandaag (ah ja, één splinter vraagt toch om een tweede) relatief vlot verwijderd.

En toen kwam de nazorg. Er was bloed gesignaleerd, dus hoorde daar ook een plakker bij. Op dé duim. En of hij bij de pinken is, die zoon van ons. Deze conversatie ontspon zich terwijl ik de pleister er nog aan het opkleven was.

- Mama, hoe moet ik nu duimen?
* Tja, ventje, dat zal niet gaan, maar morgen mag de pleister er weer af hoor.
- Maar, mama, ik wil nú duimen! [denk er gerust een trillend onderlipje en een jammerend stemmetje bij]
* Ja kaboutertje, dat wordt moeilijk hé.
- Maar misschien kan ik over de plakker duimen? Dat geeft niet hé?
* Dan gaat de pleister wel nat worden natuurlijk.
- Maar wat moet ik dan doen?
* Misschien is het het moment om te stoppen met duimen?
- [kordaat] Nee mama, als de Sint komt, dan ga ik stoppen, nu nog niet.
* Misschien moet je de andere duim eventjes nemen?
- Nee, dat gaat niet.[Natuurlijk gaat dat niet, als expert-duimer, weet ik dat maar al te goed]

Ondertussen lag hij al in bed en zag ik hem steeds opnieuw instinctief zijn duim grijpen om vlak voor zijn mond zijn handje toch weer opzij te leggen. Ondanks mijn verhaal over de duimpjesfee die hem een cadeautje zou brengen als hij nu echt zou stoppen (als speciale gezant van de Sint), besliste hij uiteindelijk toch zijn andere duim te nemen. Hij tsjokte er ongemakkelijk op, maar het was beter dan niets...

Reacties

Populaire posts