Transalp 2011 - De eerste twee dagen

In de laatste aanloop naar de Transalp nam ik het eerste weekend van juni opnieuw deel aan de LCMT. Na mijn gebrekkige voorbereiding maakte ik me echter geen illusies, het podium zou dit jaar niet voor mij weggelegd zijn. Dat bleek ook meteen uit mijn slechte proloog. Een proloog die ik vorig jaar nota bene nog won. Ik werd na 4 dagen 13de, Ron bevestigde zijn goede vorm en werd 3de. Ik had op dat moment nog 5 weken de tijd om die achterstand te proberen wegwerken. Dat dat niet gemakkelijk zou worden, stond als een paal boven water.

14 juli. Samen met Ron rij ik naar Mittenwald, de startplaats van de Craft Bike Transalp 2011. Veel onzekerheid: het weer belooft weinig goeds en ik heb geen flauw benul over de waardeverhoudingen tussen Ron en mij. Maar de sfeer is goed, en daar kan het water dat met bakken uit de hemel valt wanneer we 's avonds toekomen (voorlopig) niets aan veranderen.
Op vrijdag 15 juli regelen we onze inschrijving en halen elk onze sporttas op waarin we al onze bagage voor de hele week moeten krijgen, dat wordt meteen de eerste uitdaging. In de late voormiddag verkennen we bij bewolkt maar droog weer de eerste helft van de eerste etappe. Ik weet al snel waar ik sta wanneer het begint te klimmen. Mijn klimmersbenen zijn nog niet gearriveerd, die van Ron duidelijk wel.

Zaterdag 16 juli 2011: Transalp Etappe 1.
Mittenwald (Duitsland) - Weerberg (Oostenrijk): 96 kilometer en 2336 hoogtemeters.

Samen met 1198 andere mountainbikers staan Ron en ik onder een staalblauwe hemel te wachten in het startvak. Bij ons staan ook Dominiek en Christof die voor een eerste keer meedoen. Christof heeft echter wel ervaring zat: hij deed ook mee in de LCMT en nam reeds een paar keer deel aan de Crocodile Trophy in Australië. In 2010 won hij daar zelfs bij de Masters. Dominiek is echter nog een onbeschreven blad, of toch net niet: één mountainbike marathon heeft hij op zijn conto staan. Voor hem wordt het dus echt een stap in het onbekende.

De eerste etappe zag er meteen uitdagend uit: weliswaar 'slechts' 2336 hoogtemeters maar met net geen 96 kilometer toch meteen behoorlijk lang. De aanloop naar de eerste klim verliep snel maar we slaagden erin met de eerste 50 teams aan de voet op te draaien. Het was vooral voor mij meteen naar adem zoeken. Ron kende er schijnbaar geen moeite mee om met de besten mee te klimmen maar wat verderop wachtte hij me op en reden we samen verder naar de top van de Hochalmsattel. Het panorama over het Karwendel gebergte was adembenemend, of was dat het klimtempo dat Ron me oplegde?
In de afdaling bleven we ook samen. Die eerste afdaling was toch nog wat onwenning en het was zoeken naar de juiste lijn. Aan de bevoorrading aan de voet van de tweede klim grabbelde ik enkel snel een banaan mee, Ron stopte wat langer om onze drinkbussen bij te vullen. Nog voor ik het goed en wel wist, zat hij alweer in mijn wiel, vooral bergop kon hij duidelijk nog een stuk sneller.
Ook hier zaten we weer in het spoor van Simon en Matthias, twee Italianen met wie we de hele week haasje over zouden spelen. We bereikten de top vrij snel en wat volgde was een behoorlijk technische afdaling. Vooral de losse stenen maakten er een echte beproeving van. Beneden wachtte ik Ron op die zich bergaf nog iets minder zeker voelde.
Met een groepje van ongeveer 12 man begonnen we aan het lange stuk door de vallei. Het was vooral Ron die de leiding nam, hij kreeg maar af en toe steun van een andere biker. Ik hing de hele tijd achteraan want ik wist dat ik het op de laatste klim nog lastig zou krijgen. Toen we aan die laaste klim begonnen bleek dat ik niet de enige was die op zijn tandvlees zat, Ron en ik namen al snel wat voorsprong op de rest van de groep. Met een paar korte duwtjes zorgde Ron ervoor dat ik niet stilviel en finishten we nog mooi als 39ste in 4 uur en 7 minuten. Toch best snel voor een mountainbike rit.Simon en Matthias werden 38ste, 40 seconden voor ons. We hadden hen nog bijna terug ingehaald in de laatste kilometers nadat ze op de tweede klim, 40 km eerder, van ons waren weggereden.
Christof en Dominique kwamen ongeveer anderhalf uur later aan als 153ste.
Na de rit verloren we nog veel tijd om de problemen met mijn cranks te proberen op te lossen. Na uren gesleutel en gepalaver, eerst bij Sram en later bij Shimano, bleek het probleem niet opgelost te kunnen worden. Enkel een nieuwe crank zou het probleem kunnen verhelpen. Sram bleek echter geen reserve cranks bij te hebben - wat ik nog steeds niet kan begrijpen - en Shimano had er wel bij maar die pasten niet op mijn Cannondale frame. Er zat dus niets anders op dan door te rijden met mijn originele rotor-cranks en te hopen dat die het ondanks de speling zouden houden.
We lieten onze fietsen achter in het bike-park en Christof was zo vriendelijk zijn auto ter beschikking te stellen om ons met bagage naar het hotel te voeren dat een tiental kilometers verder lag, waarvan de laatste 5 bergop. 'S avonds op restaurant werd er met de hele bende gezellig nagekaart en werd de tactiek voor de volgende dagen besproken.

Ron was in deze eerste rit een stuk sterker maar we pakten het samen goed aan: Ron zette me waar mogelijk uit de wind, stopte voor water aan de bevoorrading en gaf me in de laatste klim een paar duwtjes waardoor we toch nog vrij snel finishten.
De wetenschap dat ik in een meerdaagse alleen maar sterker word (of is het de rest die zwakker wordt?) werkte geruststellend en gaf me goede hoop.

Zondag 17 juli 2011: Transalp Etappe 2.
Weerberg (Oostenrijk) - Mayrhofen (Oostenrijk): 69 kilometer en 2911 hoogtemeters.Rit twee zag er oorspronkelijk eerder gemakkelijk uit met slechts 55 kilometer en een dikke 2000 hoogtemeters. Blijkbaar moet de organisatie gedacht hebben dat we meer waar voor ons geld wilden want ze voegden er in extremis nog een extra klim aan toe. In afstand kwam er weliswaar slechts 14 kilometer bij maar in die toegevoegde kilometers zaten ook wel nog eens 1000 hoogtemeters. Geen hapklare brok dus.

De eerste klim verliep vrij vlot, Ron had wel iets meer overschot maar het verschil was niet erg groot. Op de top voelde ik mijn benen echter al wat verkrampen, geen goed teken maar ik schonk er niet al te veel aandacht aan, de afdaling vereiste immers volle concentratie.
Na een korte stop bij de bevoorrading kondigde zich meteen de tweede en langste klim van de dag aan, de Geiseljoch. Het was meteen harken voor mij, we waren er nog maar goed en wel aan begonnen of de krampen schoten in beide benen. Zonder duwwerk van Ron had ik niet op de fiets kunnen blijven. Enkele kilometers verder had ik de krampen dan wel min of meer verdrongen maar vlot bollen deed het nog steeds niet, samen met de krampen was ook de kracht uit mijn benen verdwenen. Op de koop toe bestond de tweede klim uit een vers aangelegd pad waarvan de ondergrond harder aan mijn banden zoog dan een boorling aan zijn moeders borst.
De laatste kilometers van de klim verliepen weliswaar minder steil en over een hardere ondergrond maar dan blies er wel een strakke wind pal op onze neus. Hoewel we weer door een prachtige omgeving fietsten was er van genieten dus niet echt veel sprake, althans voor mij toch niet. Ron had wel meer overschot om wat rond te kijken.De afdaling namen we opnieuw in een rotvaart. Het had voor mij best wat langer mogen duren want ik was nog maar nauwelijks gerecupereerd toen we aan de voet van de derde en laatste klim aankwamen. Die begon meteen heel steil en het licht ging nu toch echt stilaan uit. Met mijn laatste krachten sleurde ik mezelf naar boven en dankzij een duwtje van Ron om de 500 meter konden we ons tempo toch nog redelijk vasthouden. Het veld was intussen al volledig uit elkaar geslagen waardoor, ondanks mijn inzinking, hooguit twee teams erin slaagden ons nog te passeren.Op de top werden we nog eens aangemoedigd door onze Belgische supporters waarna we opnieuw als een pijl naar beneden schoten. In de laatste vlakke kilometers in het dal moest ik nog alle zeilen bijzetten om Ron bij te houden maar het loonde wel, net voor de finish haalden we nog een 4-tal teams bij die geen verhaal meer hadden in de spurt.
46ste werden we in 4 uur en 8 minuten. Bijna exact dezelfde tijd als in de eerste etappe die echter 27 kilometer langer was, dat zegt dus genoeg over de lastigheidsgraad van deze rit, al zal mijn mindere dag er ook wel voor iets tussengezeten hebben.
Na de rit was het genieten in de zon in Mayrhofen. De korte massage en het eten bij sponsor Jentschure deden enorm veel deugd.

Reacties

Populaire posts