Gran Fondo Eddy Merckx 2011 - Aan de rekker!

De dag begon vroeg, om 5u10 rolde ik uit mijn bed terwijl ik buiten de wind en regen hoorde tekeer gaan. Na een eerste ontbijt vertrok ik naar Wetteren om van daaruit samen met Philip en Debbie verder te rijden naar Huy. De eerste hindernis van de dag overwonnen we moeiteloos, het viaduct van Vilvoorde lag achter ons voor we het wisten. Onderweg kregen we nog een paar fikse buien over ons heen maar toen we rond 7u30 in Huy arriveerden begon de hemel waarempel wat uit te klaren.
Om 8u30 zou de start gegeven worden door Eddy Merckx zelf. Een uur hadden we dus om alles te regelen: nummer afhalen, toiletbezoek, fietsen af en uit de auto halen en ons aankleden. Dat leek aanvankelijk ruim voldoende maar de eerste twee activiteiten namen wat meer tijd in beslag dan gepland waardoor we ons nog behoorlijk moesten reppen om een paar minuten voor tijd plaats te nemen in de eerste startbox. Een eerste piek op onze polar hadden we dus al voor de start achter de rug.
Vlug nog enkele bekenden gegroet waaronder Rob van Cyclobenelux en Arne die als soigneur was afgezakt naar Huy, waarvoor dank want niet moeten stoppen aan de bevoorradingen is een onvoorstelbare luxe in een cyclo.
Met enkele minuten vertraging schoot Eddy ons uit de startblokken, meteen het gashendel volledig open om de Long Thier te beklimmen. Zonder veel problemen kon ik voorin de kopgroep plaatsnemen om zo iets comfortabeler de eerste afdaling aan te vatten. Op de tweede helling van de dag werd de koers reeds beslist: enkele renners sprongen weg waarop verschillende anderen er alleen of in trosjes van twee of drie achteraan gingen. Ik keek eens rond en zag nog steeds alle kleppers waaronder Snel en Bury in mijn buurt zitten en besliste niet mee te springen. Zoals zovele anderen dacht ik dat we die groep wel snel weer bij de lurven zouden grijpen. Niets bleek echter minder waar te zijn: ongeveer twintig renners waren gaan vliegen en we zouden ze nooit meer terugzien. De groep waarin ik mij bevond bestond nog uit ruim 60 renners waaronder ongeveer alle favorieten en een heel sterke vertegenwoordiging van Veltec die ondanks het feit dat zij de slag gemist hadden nooit aanstalten maakten om te achtervolgen.
Na ongeveer 50 kilometer kregen we het drieluik Côte de Montfort-Fays-Lincé voor de wielen geschoven. Net zoals vorig jaar hing ik daar voor de eerste keer aan de rekker, ik was echter niet de enige en kon zonder al te veel problemen terug aansluiten, van de afdalingen kon ik dikwijls gebruik maken om wat op te schuiven naar voor.

Na 63 kilometer volgde de Chambralles, mijn zwarte beest. Zoals verwacht kreeg ik het hier moeilijk en moest ongeveer 30 man laten rijden. Ik begon al te vrezen voor wat nog komen moest, want na de Chambralles volgden 60 golvende kilometers met nagenoeg de hele tijd de wind pal op de neus. Boven nestelde ik mij in een groepje van ongeveer 10 man in de hoop met hen terug te kunnen aansluiten. Na enkele kilometers achtervolgen lukte dat relatief eenvoudig doordat het in de groep der favorieten stilviel.
Wat volgde, waren 60 tergend trage kilometers waarin weinig of niets gebeurde, het had meer weg van een toertocht. Ik liet het echter niet aan mijn hart komen: of de kopgroep nu met drie minuten of met 10 minuten voorsprong zou aankomen, kon me weinig schelen. De koplopers waren toch al lang buiten schot. Op die manier was er eens tijd om rustig bij te praten met renners die me normaal het snot voor de ogen rijden. Arne zorgde in deze zone ook nog voor wat afleiding door Philip en mij meermaals te bevoorraden.
Na 127 kilometer was het gedaan met koffieklets en mochten we nog eens een helling beklimmen: de Côte de Coutisse. Boven kon ik mijn wagonnetje net niet aanhaken bij een groepje dat ik even later terug vooraan zag aansluiten. Met 7 zetten we de achtervolging in maar deze keer leek het erop dat we definitief het onderspit zouden delven. Gedurende 10 kilometer, met daarin ook nog twee hellingen, bleven we op ongeveer een minuut hangen. Maar in een dorpskern naderden we plots snel en wisten we toch nog een keer aan te sluiten.
Na 145 kilometer reed ik dus nog steeds tussen de favorieten. Op de Côte des Aguesses slaagde ik erin te overleven maar na 150 kilometer doemde de Côte de Bohisseau op. Samen met Bart Bury begon ik eraan. Met de woorden "dit hellingkje vind ik niet zo fijn" liet hij me geparkeerd achter en verdween als een stip aan de horizon. Ik vond het al lang niet meer fijn en deze keer brak de rekker echt.
Met 7 renners reden we naar de voorlaatste helling: Côte d'Ahin. Daar brak het opnieuw en samen met Stijn De Pauw en Timper, die nog onverwachts kwam aansluiten, daalden we gewillig af naar de slachtbank: de Muur van Huy. Met mijn laatste krachten wist ik me na 5 uur en 16 minuten als 47ste over de meet te slepen.
Zoals verwacht een minder resultaat dan vorig jaar - toen 13de - maar doel wel bereikt: kwalificatie voor het WK Gran Fondo in september.
Philip eindigde als 27ste in het spoor van de favorieten.

Reacties

Ellen zei…
Michaël, je weet dat sportief fietsen normaal mijn ding niet is, maar het is goed te lezen dat jullie de draad weer (een beetje) oppakken. En proficiat ook met je selectie ;-) Enfin, dat is toch wat ik ervan begrepen heb, niet?

Populaire posts