Gran Fondo Eddy Merckx 2013

Een uur voor de start kwam ik samen met JP aan in Huy. Terwijl we onze startnummers gingen halen in de sporthal kwamen we al een hoop bekende gezichten tegen, weinig lachende gezichten echter. Het regende al de hele ochtend onophoudelijk en het zag er niet meteen naar uit dat het snel zou ophouden. Bovendien bleef de thermometer steken op 6 graden.
Om 8u30 werd het startschot gegeven, meteen de Côte de Long Thier op. Aangezien ik in het derde startvak vertrokken was – de startvakken waren hier per leeftijdscategorie opgedeeld, dus hoe ouder hoe groter het nadeel – moest ik direct vol aan de bak. Op die helling werd al de eerste schifting gemaakt en reden we met ongeveer 70 man weg, het ging snoeihard en ook na de klim werd er vol doorgereden.
Na 7 kilometer volgde een tweede hindernis, een weg vol met gaten ter grootte van basketballen, vermoedelijk een nog niet herstelde weg van de laatste wereldoorlog... Het was chaos alom, de bidons vlogen in het rond, gevolgd door een salvo van ontploffende banden. De kopgroep telde op die manier in enkele seconden tijd 10 man minder.
Op Côte de France bleef ongeveer de hele groep samen. Met een 60-tal renners werd de achtervolging op 5 ontsnapten ingezet. Van samenwerking was er echter niet veel sprake, iets wat in een cyclo bijna altijd het geval is als je met een grote groep samen rijdt. Ondanks het feit dat ik me bergop niet echt sterk voelde, probeerde ik op de lopende stukken toch wat bij te dragen in het kopwerk.

Côte de Berleur (km 35), Côte d’Hody (km 50) en Côte de Tohogne (km 70) zorgden voor weinig verandering. Geen van die drie hellingen bleek lastig genoeg om een echt verschil te maken. Meer dan een paar enkelingen op elke helling werden er nooit gelost.

Intussen hoorde ik al verschillende renners – waaronder de latere winnaar – steen en been klagen over het parcours dat niet voldoende selectief zou zijn. Ik had daar echter geen problemen mee want ik voelde al lang aan dat ik bergop bij de minderen behoorde. Op de glooiende en winderige stukken zouden ze er mij echter nog zo snel niet afrijden. Even leek het erop dat de beslissing op één van die stroken zou vallen. De groep scheurde in twee stukken, maar een vijftal kilometer verder kwam alles terug samen.
Het zou dus in de laatste 40 kilometer moeten gebeuren, daar volgden de hellingen elkaar immers sneller op. De eerste was Côte de Coutisse. Bart B. had me reeds eerder in de rit gezegd dat hij daar wel eens aan de boom zou schudden. En zo geschiedde. De groep die op dat moment nog uit meer dan 40 renners bestond viel uiteen in 4 stukken. Onder aanvoering van Michiel en Bart zag ik een eerste groepje wegrijden met daarachter een iets grotere tweede groep onder aanvoering van Anthony en Esteban. Die twee groepen smolten terug samen en rekenden ook nog de 4 koplopers in. Ik slaagde er ternauwernood in om als laatste mijn wagonnetje aan de derde groep van ongeveer 12 renners te hangen. Op de hellingen hing ik aan de rekker maar slaagde er telkens in om er ofwel net aan te blijven hangen of in de afdalingen terug aan te sluiten.
Met 10 reden we naar de muur van Huy waar ik met een ultieme inspanning toch nog 4 renners van ons groepje achter mij wist te houden.
Na 4 uur en 19 minuten reed ik over de finish en werd daarmee 33ste overall en 7de in mijn leeftijdscategorie. Niet echt slecht maar ook niet fantastisch, al was het in deze omstandigheden al een prestatie op zich om gewoon uit te rijden.

Reacties

Populaire posts